Soms ontdek je een wereld achter iets waar
je dat niet verwacht. Neem nou Kintsugi, de uit Japan - wat komt er toch veel
briljants uit dat land - afkomstige methode waarbij kapot porselein hersteld
wordt met bladgoud. Resultaat zijn borden, vazen, kommen en ander moois met een
soms intensief soms juist subtiel lijnenspel van goud. Altijd gedacht dat het
puur decoratief was, blijkt het in eerste instantie functioneel. Of zouden ze
die borden expres kapot laten vallen voor Kintsugidoeleinden? Dat kan
natuurlijk. Want eerlijk is eerlijk met die willekeur van gouden lijnen krijgen
de objecten nou net dat beetje of zeg maar gerust véél extra. En dat is precies wat de Japanners beogen want iets wat beschadigd geraakt is, een verhaal heeft, beschouwen ze als waardevoller dan daarvoor. Daar hebben ze wel een beetje een punt. En
het mooie is, dat je Kintsugi overal op kunt toepassen.
Net toen ik me afvroeg hoeveel het zou
kosten om bijvoorbeeld gaten in het wegdek met bladgoud te vullen, realiseerde
ik me dat wildbreiers daar al een prachtoplossing voor hebben; zij vullen de
straten met kleurrijke breisels. Grijs met vrolijk.
En naaide je moeder vroeger vooral uit
economische overwegingen kniestukken op je broek of overhemd, tegenwoordig koop
je je hippe trui al in de winkel met wat exta’s op je elleboog. Kintsugi uit
voorzorg!
Maar het hoeft niet alleen mooi of leuk te
zijn, bedacht ik me. Het kan ook lekker zijn.
Zo lukt het mij nooit om een cake te bakken
zonder dat ie bovenop scheurt. Ligt niet aan mij natuurlijk maar aan de oven.
Maar toch…jammer jammer. Nu niet meer. Want de volgende keer doe ik er Kintsugistyle
wat pure chocola in. Of spijs, of butterscotch. Is me om het even.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten